Aeschylus
(Gr.: Aischulos) (Eleusis ca. 525 v. C. – Gela, Sicilië, 456 v. C.), de
eerste van de drie grote Griekse tragedieschrijvers (Sophocles
en Euripides
waren de beide anderen).
1. Leven
Aeschylus stamde uit een aanzienlijke
familie. Hij streed in het Griekse leger tegen de Perzen bij
Marathon en Salamís;
omstreeks 470 verbleef hij enige tijd aan het hof van koning Hiëro I in Syracuse.
Later ondernam hij nog een tweede reis naar Sicilië, waar hij ook gestorven is.
Met zijn tragedies behaalde hij bij de
toneelwedstrijden te Athene in totaal 13 overwinningen (voor het eerst in 484).
2. Werken
Aeschylus zou meer dan 90 tragedies
geschreven hebben. Hiervan zijn nog 79 titels bekend. De stof is behalve aan de
mythologie aan de Trojaanse en Thebaanse sagenkring ontleend (zie
Trojaanse Oorlog;
Homerus).
Er zijn zeven tragedies bewaard gebleven: De Perzen (Gr.: Persai),
De zeven tegen Thebe (Hepta epi Thèbas), De smekelingen (Hiketides),
de trilogie Oresteia (Oresteiaia, bestaande uit: Agamemnon, De
offerplengsters [Choèphoroi] en Eumeniden [Eumenides])
en Prometheus geboeid (Promètheus desmootès). Verder zijn er 500
fragmenten bewaard, waarvan die van de Niobe en de Myrmidonen de
belangrijkste zijn, alsook een gedeelte van het saterspel De nettenvissers
(Diktuoulkoi).
Aeschylus, die geldt als de schepper van
de
tragedie, was een dramaturg van grote allure. Diep religieus – het is niet
uitgesloten dat de Eleusinische mysteriën invloed op zijn religieuze
voorstellingen hebben uitgeoefend –, confronteert hij in zijn werk de mens met
de macht van de goden, die volgens hem de menselijke schuld nooit ongewroken
laten. Hybris (Gr., = overmoed) en misdaad van de mens wekken volgens Aeschylus
de wraak van de goden op. Lijden, dat lering en verzoening met de wil van de
goden kan brengen, treft een geslacht tot in latere generaties. De goddelijke
gerechtigheid is verpersoonlijkt in de gestalte van Zeus.
De karakters bij Aeschylus zijn groots, lapidair en ongenuanceerd. Zijn taal is
zwaar en geladen, krachtig, soms duister. Vooral in de lyrische onderdelen komen
gedurfde woordcombinaties voor.
3. Thema's van de tragedies
De Perzen (472) schildert de
ontsteltenis die de Perzische nederlaag bij Salamis bij de Perzen teweegbracht
en de terugkeer van de verslagen Xerxes. Het is de enige bewaarde tragedie
waarvoor Aeschylus zijn stof aan de eigentijdse geschiedenis ontleende. De
zeven tegen Thebe (467) beschrijft de tragische ondergang van Eteocles en
Polynices, de zonen van
Oedipus (het eerste
stuk met een proloog). In De smekelingen is de rol van het koor nog
bijzonder groot (zie koor [letterkunde]). Men dateerde het vroeger vóór 480,
maar op grond van een papyrusvondst denkt men nu aan ca. 465. Het thema is de
vlucht van de Danaïden naar Argos, waar ze op hun smeken in de stad werden
opgenomen. De Orestie (458) is de enige trilogie die uit de oudheid
bewaard is gebleven (het bijbehorende, op dezelfde dag opgevoerde saterspel
Proteus is verloren gegaan). Het thema is de vloek die sedert generaties op
het huis van de Atriden rust (zie Atreus): de moord op de uit de Trojaanse
Oorlog als overwinnaar terugkerende koning Agamemnon door zijn vrouw
Clytaemnestra, de wraak van Agamemnons zoon Orestes en de verzoening van de
Orestes achtervolgende wraakgodinnen. Het thema van Prometheus geboeid
(datering onzeker) is de straf van Prometheus
die zich tegen Zeus verzet had en het vuur uit de hemel had gestolen om het de
mensen te geven. Door sommigen wordt de authenticiteit van dit stuk betwijfeld.
De invloed van dit werk op de latere literatuur is bijzonder groot geweest.
Prometheus werd tot een symbool van verzet tegen dwingelandij en knechting of
tegen de onverbiddelijkheid van het lot.
4. Waardering
Aeschylus heeft het toneel nieuwe
spelmogelijkheden gegeven door aan het koor en de eerste acteur een tweede
speler toe te voegen. Bekend is dat hij zijn eigen stukken regisseerde en
dikwijls zelf meespeelde. Een majestueuze toneelaankleding ondersteunde het
indrukwekkende effect van zijn tekst. |
|
|
|