Mikhail
Sergeyevich Gorbachev (Mikhail Gorbatsjov) werd geboren op 2 maart 1931 en was
de leider van de Communistische Partij, de Opperste Sovjet en van de Sovjetunie
(USSR) van 1985 tot 1991.
Hij regeerde aan de hand van de leuzen 'glasnost' (openheid) en
'perestrojka' (vernieuwing). Zijn poging om de Communistische Partij
te hervormen leidde niet alleen tot het einde van de koude oorlog, maar
onbedoeld ook tot het einde van de politieke almacht van de partij en daarmee
tot het uiteenvallen van de unie.
Aan Michael Sergeyevich Gorbachev heeft de wereld veel te danken. Allereerst is
hij de belangrijkste kracht achter de val van de muur. Ook hielp hij de
Sovjetunie van de dictatuur af door invoering van zijn glasnost (=openheid) en
perestroika (=nieuwe wind laten waaien).
Gorbachev studeerde rechten. In 1952 werd hij lid van de Communistische Partij,
waar hij snel opklom. In 1985 werd hij secretaris-generaal van de partij,
de functie die feitelijk het presidentschap van de USSR inhield.
Hij bleef dit tot december 1991, toen de Sovjetunie uit elkaar viel. In augustus
van dat jaar had hij nog een coup tegen hem, waarbij hij drie dagen in
huisarrest was, overleefd.
Sinds zijn aftreden is Gorbachev nog lid van enkele organisaties in en buiten
Rusland. In 1996 deed hij nog een gooi naar het presidentschap, maar zonder
succes. Na hem kwamen
Boris Jeltsin
en de huidige president
Vladimir Poetin. |
|
|
|