LAND VAN HERKOMST : Duitsland
GESCHIEDENIS
Sommigen denken dat de rasnaam iets heeft te maken met de moed van de deelnemers aan de Boxer-opstand in China in
het begin van de 20ste eeuw. Hoe dan ook, de Boxer stamt af van oude vechthonden en honden die op wilde zwijnen en
beren jaagden. De Boxer is een gepolijste aanpassing van de oude 'Bullenbeiser' uit vechterskringen van 17de,18de
en 19de eeuws Europa. Onder zijn mogelijke voorvaderen bevinden zich
de Deense Dog en
de Old English Bulldog,
en hij heeft zeker iets van een Terriër in zich. Hij begint steevast zijn gevecht met zijn voorpoten, als
een echte bokser. Boxers zijn intelligent, behendig en sterk. Ze behoren tot de zes officiële Duitse
gebruikshondenrassen. In België en Nederland zijn ze vooral gezelschapshond. In Nederland zijn ze inmiddels bijna
uitsluitend te zien met ongecoupeerde, vlak tegen de wangen liggende hangoren.
IDEALE RASKENMERKEN
Schofthoogte: reuen 57 tot 63 cm, teven 53 tot 59 cm. Gewicht : bedraagt 24 tot 28 kg. Uiterlijk: vierkant,
gespierd lichaam; gelijkmatig, stuwend gangwerk. Kleur : geel (van lichtgeel tot donkere rode tinten) of
gestroomd, met of zonder witte aftekeningen en een donker masker. Hoofd: licht gewelfde schedel met korte, brede
snuit; ovale, donkerbruine ogen; oren traditioneel gecoupeerd, in Nederland intacte hangoren. Staart: ingekort op
ongeveer 8 tot 10 cm, hoog, vrolijk gedragen.
VACHT : gladhaar ( of korthaar ) grove structuur, m.a.w. korte dekharen met praktisch geen ondervacht. Is
de vacht rijp, dan wordt die wat droger en meestal lichter van kleur. De vacht lijkt in de verharingsperiode niet
meer zo goed aan te sluiten, alsof het haar bovenop komt te liggen. VERHARING : blokverharing.
DAGELIJKSE BEHANDELING : met varkensharen borstel, rubberen handschoen of fijne kam. GROTE
BEHANDELING : in de rui, meerdere keren bewerken met rubberen handschoen, waardoor alle losse haren verwijderd
worden. Niet wassen, of toch zo weinig mogelijk. Wel met een vochtige zeem over de vacht gaan. VOOR- EN
NADELEN VAN DE VACHT : zeer eenvoudig onderhoud. Geen klittenvorming. Wel zijn de losse haren moeilijk van
kledij en tapijten te verwijderen.
AARD : hij is zelfverzekerd en trots, en heeft een eigenwijze houding.
Velen houden van hem, maar velen zijn ook bang van hem. De Boxer is een goede bewaker en overwint vele
gehoorzaamheidstaken. Hij is een goede gezelschapshond en is altijd te vertrouwen. Hij is levendig,
moedig en vechtlustig, maar aanhankelijk en lief voor kinderen.
ACTIVITEIT : de Boxer heeft veel beweging nodig. Het ras doet er lang over om volwassen te worden. Hij
wordt erg sterk en uitbundig en de baas moet genoeg tijd hebben om hem af te richten en de nodige activiteit te
geven.
OPVOEDING : leer de Boxer al te onstuimig, zoals tegen iemand opspringen, af. Omdat hij snel leert en over
een behoorlijke portie intelligentie beschikt, is de boxer erg geschikt voor allerlei takken van de hondensport,
van africhting tot behendigheid. |