LAND VAN HERKOMST : Schotland
GESCHIEDENIS
Allerlei knaagdieren, marters en wezels verstopten zich in zogenaamde 'cairns'. Dat zijn op elkaar gestapelde
stenen die overal in het Schotse landschap te vinden zijn. Cairn Terriërs joegen deze dieren naar buiten, zodat ze
een gemakkelijker doelwit vormden voor jagers. Soms vielen ze zelfs wilde katten aan. Deze honden zijn
klein, maar hebben een grote durf. Ze zijn speels en warrig, hebben een vosachtige gelaatsuitdrukking en een ruige
dubbele vacht. Dit ras schijnt het meest te lijken op de oorspronkelijke Highland Terriër. De Cairn
Terriër van nu is het ras waarvan de Westy, de Skye en
de Scottie afstammen. De Cairn
Terriër werd gefokt in het westen van Schotland. Vroeger vormde hij samen met de West Highland White Terriër en de
Schotse Terriër een ras. Op grond van hun vachtkleur zijn ze later opgedeeld en als apart ras erkend. Cairn
Terriërs zijn fijne gezelschapshonden.
IDEALE RASKENMERKEN
Schofthoogte: Cairn Terriërs zijn 28 tot 31 cm hoog, maar de schofthoogte moet in verhouding zijn met het gewicht.
Het gewicht varieert van 6 tot 7,5 kg. Uiterlijk: stevig, kort lichaam; vrij, soepel gangwerk. Vacht : dikke,
harde bovenvacht met zachte, dichte ondervacht. KLeur : toegestane kleuren zijn grijs, tarwekleurig, crèmerood of
bijna zwart. Donkere aftekeningen aan oren en snuit worden zeer op prijs gesteld. Cairns mogen niet wit of
helemaal zwart zijn. Hoofd: brede schedel met stevige snuit; wijd geplaatste middelgrote ogen met ruige
wenkbrauwen; kleine, staande puntoren ( prikoor ). Staart: recht, kort, vrolijk gedragen (bananenstaart).
VACHT : ruwhaar; m.a.w. de dekharen zijn vrij hard van structuur, voelen stevig aan en hebben een heldere
kleur. De wolharen zijn zachter, korter en liggen tegen de huid aan. Ze zijn ook veel lichter van kleur. Wanneer
de vacht rijp is, staan de haren in alle richtingen in bosjes bij elkaar. Dan kan de vacht worden geplukt.
VERHARING : blokverharing. DAGELIJKSE BEHANDELING : borstelen met een grove borstel of met een
speciaal in de hand liggende terriërborstel. Garnituur en poten : met een grove kam. GROTE BEHANDELING :
gebeurt in de ruiperiode ! Deze periode is goed te bepalen. Als u merkt dat de hond wat haar gaat kwijtraken,
kunt u een paar haren tussen duim en wijsvinger nemen en ze met een lichte draaiing van de pols uit de huid
proberen los te trekken. Laat het haar gemakkelijk los, dan is de vacht rijp. Moet u echt trekken, dan is de hond
nog niet aan trimmen toe en kunt u beter nog even wachten met plukken. Gaat men namelijk te vroeg plukken, dan
moet men het haar lostrekken uit het haarzakje en irriteert men daarmee de huid. Een pasgeplukte hond is
meestal geen echte schoonheid. Het mooie komt pas bij het natrimmen, een vier tot acht weken na de grote beurt.
Doordat de vacht eruit gehaald werd, reageert de huid en begint met het aanmaken van wol. De nieuwe vacht
zit dan na enkele weken onder de wollaag. Bij het natrimmen wordt die wollaag weggetrimd, zodat de nieuwe vacht
eronder te voorschijn komt als korte, diepglanzende haartjes. In principe gebruiken we nooit een schaar of
tondeuze bij ruwharige honden. Uitzonderlijk bij de geslachtsdelen, rond de anus en tussen de voetkussentjes.
Voetjes worden rondgeknipt. VOOR- EN NADELEN VAN DE VACHT : door het trimmen is de hond in één keer
zijn dode haar kwijt.
AARD : het is een levendige, intelligente en onafhankelijke hond. De Cairn blijft zijn baas plezieren
en past zich goed aan, aan het leven in een appartement of flat, maar het ras geniet van het leven buiten de grote
stad. Bazen moeten hem wel in de gaten houden, want het dier houdt er nogal van om bloembedden uit te graven
of te 'herschikken'.
ACTIVITEIT : De Cairn Terriër is energiek en is gek op wandelen in de velden ( het is immers een verwoed
bestrijder van knaagdieren ). Hij past zich echter gemakkelijk aan, zolang hij maar af en toe flink kan uitrennen.
OPVOEDING : leer hem al vroeg met katten en andere huisdieren om te gaan, zodat hij ze op latere leeftijd
niet achterna zal jagen. Puppy’s willen een spelletje ‘touwtrekken’ nogal wel eens serieus oppakken. U bepaalt
wanneer het spel beëindigd moet worden door hem het commando ‘los’ te geven. Er wordt wel eens gelachen om de
ondeugende streken van een pup, maar realiseer u wel wat hij als puppy uithaalt minder grappig zal zijn, als hij
eenmaal volwassen is. De Cairn heeft een liefdevolle, maar ook een strikte en consequente opvoeding nodig.
SOCIALE AANLEG : de Cairn Terriër is een prima maatje voor kinderen. Hij kan tegen een stootje en bezit ook
een goeie portie humor. Over het algemeen kunnen ze ook goed opschieten met andere honden, maar sommige exemplaren
willen nog eens op hun strepen gaan staan ! Cairns slaan aan wanneer ze onraad vermoeden. |