LAND VAN HERKOMST : Duitsland ( Apolda )
GESCHIEDENIS
De Dobermann Pinscher is genoemd naar zijn 'uitvinder', de Duitse deurwaarder en hondenvanger Friedrich Ludwig
Dobermann (1836-1894). Hij wilde een sterke werkhond fokken die allerlei taken aankon, maar in de eerste plaats
wilde hij een hond die hem kon beschermen tegen woedende, nalatige belastingsbetalers en hun grommende waakhonden.
Welke rassen hij kruiste, is niet precies bekend. Vermoedelijk waren het
Rottweilers, Duitse
Pinschers en Black and Tan Terriërs.
De Dobermann heeft de kleur en de kracht van de Rottweiler in combinatie met de snelheid en de vastberadenheid van
de Pinschers en Terriërs. De moderne Dobermann wordt ook gefokt op kalmte en trouw. Lichamelijk zijn 'Dobers'
gespierd, evenwichtig van lichaamsbouw en sterk. Behalve black and tan, zijn ze er ook in bruin met tan en blauw
met tan. Dobermanns zijn niet alleen als waak- en verdedigingshond populair. Ze zijn ook erg in trek als
gezelschapshond. Vanwege hun spontane, intelligente aard kunnen ze in veel disciplines worden afgericht, zoals
politiehond, rampenhond of speurhond. Ze zijn iets minder populair dan
Duitse Herdershonden. Als ze goed worden gesocialiseerd en opgevoed, zijn het
goede gezelschapshonden.
IDEALE RASKENMERKEN
Schofthoogte: reuen 68 tot 71 cm, teven 63 tot 68 cm. Het gewicht gaat van 30 tot 40 kg. Uiterlijk: droog,
gespierd lichaam; krachtig, stuwend gangwerk. Vacht : kort, hard, dicht, vlak aanliggend. Kleur : zwart, bruin of
blauw met roestrode (tan) aftekeningen boven de ogen, op de snuit, keel, borst, benen, voeten en onder de staart.
De kleuren blauw met tan en isabel met tan worden niet in alle landen erkend. Hoofd: vlakke, lange schedel
met een lange, vrij diepe snuit; bijna ronde, donkere ogen; oren traditioneel gecoupeerd, of ongecoupeerd. Staart:
ingekort tot op vier tot zes cm.
VACHT : gladhaar ( of korthaar ), m.a.w. korte dekharen met praktisch geen ondervacht. Is de vacht rijp,
dan wordt die wat droger en meestal lichter van tint. De vacht lijkt in de verharingsperiode niet meer zo goed aan
te sluiten, alsof het haar bovenop komt te liggen. VERHARING : blokverharing. DAGELIJKSE
BEHANDELING : met varkensharen borstel, rubberen handschoen of fijne kam. GROTE BEHANDELING : in
de rui, meerdere keren bewerken met een rubberen handschoen, waardoor alle losse haren verwijderd worden. Niet
wassen, of toch zo weinig mogelijk. VOOR- EN NADELEN VAN DE VACHT : zeer eenvoudig onderhoud. Geen
klittenvorming. Wel zijn de losse haren moeilijk te verwijderen van kledij en tapijten.
AARD : hoewel het ras de laatste tijd in het nieuws is als een doorgefokt en falend soort, sieren vandaag
de dag vele foutloze, goed gefokte honden de wereld. In handen van een nauwgezette eigenaar is de Dobermann
Pinscher een onverslaanbare partner, werker en showman. Hij is trouw, onbevreesd, moedig, waaks, scherp,
schrander, alert, maar gereserveerd tegenover vreemden.
ACTIVITEIT : de Dobermann heeft veel beweging nodig om hem in goede conditie te houden.
OPVOEDING : deze sterke, elegante hond moet zeer evenwichtig, consequent en in een harmonieuze omgeving
opgevoed worden. Heeft u weinig ervaring met het opvoeden van honden, dan is het absoluut afgeraden om deze hond
aan te schaffen. Veel Dobermanns worden neurotisch als ze in hun jeugd verkeerd werden begeleid ( en helaas komt
dat nog té vaak voor ), met als gevolg dat ze angstiger en/of bijterig worden, terwijl ze van nature een eerlijk
karakter hebben. Wees altijd duidelijk en eerlijk tegen een Dobermann; hits hem niet op en laat plagen achterwege.
Dobermanns zijn uiterst geschikt voor de africhting, maar begin hier niet te vroeg mee en leg niet te veel druk op
de hond. Niet forceren. Laat een Dobermann pas het het ‘grote’ werk beginnen als hij wat groter is. |