LAND VAN HERKOMST : Ierland
GESCHIEDENIS
Windhonden, die eigenlijk steppe- en vlaktehonden zijn, kunnen nooit in Engeland zijn ontstaan. Vandaar dat men
denkt dat de voorloper van de Ierse Wolfshond lang voor de jaartelling door de Kelten naar Griekenland werd
gebracht. Het oudste bewijs dat dit ras reeds lang bestaat wordt gevonden in een brief uit 391 voor Christus, waar
een Romeinse consul bedankt voor 7 wolfshonden, die in het circus op zouden moeten treden. In de 15de en
16de eeuw werkt hij vooral gebruikt voor het jagen op wolven, maar ook op elanden en beren. Toen dit wild in de
18de eeuw uit Ierland en Schotland verdween, betekende dat ook bijna het einde van dit ras. Door zorgvuldig te
fokken kon captain George Graham het ras na twintig jaar in de 19de eeuw in ere herstellen.
De Scottish Deerhound en
de Deense Dog hebben tot het ontstaan van dit ras
bijgedragen. Deze hond is alert, zeer moedig, maar beslist niet agressief. Hij is eerder vriendelijk dan
waaks. De Ierse Wolfshond is een trouwe vriend en goede huishond voor mensen met veel ruimte en veel energie.
Wolfshonden kunnen ook goed met kinderen opschieten. Als kinderen met puppy's spelen moet u opletten vanwege hun
speelsheid en grote formaat. U dient rekening te houden met de enorme groei die de Ier doormaakt in de eerste 10
maanden van zijn leven ( per week 2 tot 2.5 kilo en een groei van 2 tot 3 cm ). Om een goede en gezonde groei te
bevorderen is alleen het beste voedsel goed genoeg en mag men niet beknibbelen op deze kosten.
IDEALE RASKENMERKEN
Schofthoogte: reuen minimaal 79 cm, teven minimaal 71 cm. Ideale schofthoogte : 86 cm. Daarmee is hij de
grootste rashond ter wereld. Gewicht : minimaal 40 tot 55 kg. Uiterlijk: evenwichtig, krachtig
lichaam; soepel, actief gangwerk. Vacht : ruw, hard, vooral warrelig boven de ogen en op de onderkaak. Kleur :
grijs, gestroomd, rood, zwart, wit, reekleurig en alle kleuren van de Scottish Deerhound. De grijze kleur komt het
meest voor. Hoofd: lange, niet te brede schedel, lange, niet te puntige snuit, kleine, donkere ogen; kleine
rozenoren. Staart: lang, niet te dik en licht gebogen.
VACHT : ruwhaar; m.a.w. de dekharen zijn vrij hard van structuur, voelen stevig aan en hebben een heldere
kleur. De wolharen zijn zachter, korter en liggen tegen de huid aan. Ze zijn ook veel lichter van kleur. Wanneer
de vacht rijp is, staan de haren in alle richtingen in bosjes bij elkaar. Dan kan de vacht worden geplukt.
VERHARING : blokverharing.
DAGELIJKSE BEHANDELING : borstelen met een grove borstel of met een
speciaal in de hand liggende terriërborstel. Garnituur en poten : met een grove kam. GROTE BEHANDELING :
gebeurt in de ruiperiode ! Deze periode is goed te bepalen. Als u merkt dat de hond wat haar gaat kwijtraken,
kunt u een paar haren tussen duim en wijsvinger nemen en ze met een lichte draaiing van de pols uit de huid
proberen los te trekken. Laat het haar gemakkelijk los, dan is de vacht rijp. Moet u echt trekken, dan is de hond
nog niet aan trimmen toe en kunt u beter nog even wachten met plukken. Gaat men namelijk te vroeg plukken, dan
moet men het haar lostrekken uit het haarzakje en irriteert men daarmee de huid. Een pasgeplukte hond is
meestal geen echte schoonheid. Het mooie komt pas bij het natrimmen, een vier tot acht weken na de grote beurt.
Doordat de vacht eruit gehaald werd, reageert de huid en begint met het aanmaken van wol. De nieuwe vacht
zit dan na enkele weken onder de wollaag. Bij het natrimmen wordt die wollaag weggetrimd, zodat de nieuwe vacht
eronder te voorschijn komt als korte, diepglanzende haartjes. In principe gebruiken we nooit een schaar of
tondeuze bij ruwharige honden. Uitzonderlijk bij de geslachtsdelen, rond de anus en tussen de voetkussentjes.
Voeten worden rondgeknipt. VOOR- EN NADELEN VAN DE VACHT : door het trimmen is de hond in één keer zijn
dode haar kwijt.
AARD : hij is vriendelijk en gemoedelijk. De grootste hond van de wereld heeft veel ruimte nodig om
zijn enorm lange ledematen te strekken en is daarom niet geschikt om in een appartement of flat te houden.
Deze hond hoort ook niet thuis in een kennel, omdat hij veel waarde hecht aan het gezin. Hij is gevoelig,
rustig, blaft weinig, lief voor kinderen en in feite geen waakhond, maar kan fel reageren als hij wordt uitgedaagd
!
ACTIVITEIT : de Ierse Wolfshond heeft ondanks zijn enorme afmetingen niet extreem veel lichaamsbeweging
nodig. Echter eenmaal per dag minimaal 1.5 tot 2 uur wandelen is een vereiste. Hij is gek op spelen en draaft
graag los rond of doet spelletjes met andere honden. De Ier zal geen ballen en stokken voor u ophalen. Na twee
keer gooien mag u de bal zelf gaan halen. Een goede opvoeding is nodig, omdat het ras erg sterk is.
OPVOEDING : de Ierse Wolfshond leert relatief snel. Het duurt minimaal twee jaar voor de hond volledig is
uitgegroeid, dus voor deze tijd mag u de hond niet teveel belasten door bijvoorbeeld lange wandelingen met hem te
maken. Hij heeft al zijn energie nodig om flinke spieren, pezen en botten te verkrijgen. |