LAND VAN HERKOMST : Engeland
Varianten : Kortbenig en Hoogbenig (Parson)
GESCHIEDENIS
Bij de Jack Russell onderscheiden we twee varianten : de Jack Russell Terriër ( kortbenig
) en de Parson Jack Russell Terriër ( hoogbenig ). Hun naam
verwijst naar een beroemde fokker van Foxterriërachtige Terriers, dominee Jack Russell. Maar de Jack Russell zoals
de meeste mensen hem kennen, is echt kortbenig. Hij is van nature een echte felle Terriër, die graag op het erf
rondscharrelt en ongedierte verdelgt als hij de kans krijgt. Al eeuwenlang leven er in Groot-Brittannië kortbenige
Terriërs. Het zijn felle jachthondjes, maar ook als gezelschapshondje zijn ze zeer geschikt. Ze zijn geestig,
intelligent, houden van bezigheden buitenshuis en passen zich gemakkelijk
aan, zolang ze maar veel aandacht en beweging krijgen. Hun hoogbenige evenbeeld is jach tterriër voor de
vossenjacht. Hij volgt de meute zelfstandig en verjaagt zo nodig de vos uit zijn hol. In de kynologie heeft hij de
rasnaam 'Parson Jack Russell Terriër' gekregen. De precieze ingrediënten van het dier zijn onbekend, maar de
meeste bronnen verwijzen toch naar
de Bull Terriër en de Pocket Beagle, naast alle
andere Terriërs. Het type van nu is veel dunner en geraffineerder dan het oudere type. Het oudere type
was meer gezet en stoppelig, en leek veel op een uit balans getrokken Bull Terriër. Vanaf 1996 werden
kruisingen tussen de Parson Jack Russell en de kortbenige Jack Russell verboden. Pas in 1999 werd dit ras (
de kortbenige Jack Russell - zie foto hiernaast ) door de internationale
rashondenfederatie FCI officieel erkend.
IDEALE RASKENMERKEN
Schofthoogte: Parson Jack Russell Terriër ( zie
foto hieronder ) reuen 35 cm, teven 33 cm; Jack Russell Terriër (kortbeen) zowel reuen als teven 26 cm,
minimaal. Het gewicht bedraagt tussen de 5,5 en de 8,5 kg. Uiterlijk: atletisch,
compact, stoer lichaam; vrije, gemakkelijke gangen. Vacht : glad of ruw, stug. De vacht moet weersbestendig zijn.
Kleur :
overheersend wit, met roestbruine, citroenkleurige of zwarte aftekeningen, liefst alleen op hoofd en
staartaanzet. Hoofd: vlakke schedel met wigvormige snuit; donkere ronde ogen, driehoekige, wijd geplaatste,
gevouwen oren (knopoor). Staart: ingekort of intact, licht gebogen, hoog aangezet, licht bevederd. Typische
Terriërstaart.
VACHT : gladhaar ( of korthaar ) grove structuur, m.a.w. korte dekharen met praktisch geen ondervacht.
Is de vacht rijp, dan wordt die wat droger en meestal lichter van kleur. De vacht lijkt in de verharingsperiode
niet meer zo goed aan te sluiten, alsof het haar bovenop komt te liggen. VERHARING : blokverharing.
DAGELIJKSE BEHANDELING : met varkensharen borstel, rubberen handschoen en fijne kam. GROTE
BEHANDELING : in de rui, meerdere keren bewerken met rubberen handschoen, waardoor alle losse haren verwijderd
worden. Niet wassen, of toch zo weinig mogelijk. Wel met een vochtige zeem over de vacht gaan. Kijken of er vuil
in de ogen zit en reinigen, oren reinigen en indien nodig nagels knippen. VOOR - EN NADELEN VAN DE VACHT :
zeer eenvoudig onderhoud. Geen klittenvorming. Wel zijn de losse haren moeilijk van kledij en tapijten te
verwijderen.
AARD : dit zijn zeer hartelijke en innemende honden, die een heleboel beweging nodig hebben. Het zijn
populaire boerderijhonden, maar ze hebben een beperkter levensduur van andere Terriërs. De Jack Russell is
sportief, stoutmoedig, actief, zelfverzekerd en soms eigenwijs. Hij is intelligent, waaks en hard voor
zichzelf.
ACTIVITEIT : dit ras heeft een enorm uithoudingsvermogen en heeft veel beweging nodig.
OPVOEDING : deze honden kunnen erg snel leren, maar hebben wel eens de neiging wat eigenwijs te zijn. Laat
u niet vermurwen door hun ondeugende uitstraling. Ze weten zelf heel goed dat ze u hiermee op het verkeerde been
kunnen zetten. Blijf altijd consequent. |