LAND VAN HERKOMST : Duitsland
GESCHIEDENIS
Deze hond is al eeuwenoud. Zijn geschiedenis is daarom in nevelen gehuld. Maar omdat de stad Rottweil en omstreken
ooit deel uitmaakte van het Romeinse Rijk en de Romeinen zware dogachtige oorlogs- en vechthonden hadden, wordt
vaak aangenomen dat hij daarvan afstamt. Ook
de
Zwitserse Sennenhonden passen in dat plaatje, maar sommige vooraanstaande Zwitserse kynologen
benadrukken dat de Sennenhonden van eenvoudige boerenerfhonden afstammen. In ieder geval is de Rottweiler een
prima waakhond en veedrijver. Oorspronkelijk werd hij ingezet voor de jacht op wilde zwijnen. De stad Rottweil
ontplooide zich in de Middeleeuwen tot een belangrijk overslagcentrum van vee. Dat heeft ongetwijfeld bijgedragen
aan de verdere ontwikkeling van deze stoere hond. Er moeten indertijd heel wat van deze veedrijvers in en om de
stad Rottweil hebben geleefd en gewerkt. Tot het moment dat de spoorwegen het vervoer van vee overnamen, was de
Rottweiler één van de centrale figuren in de vleeshandel van Zuid-Duitsland. Men noemde hem niet voor niets de
'slagershond' of de 'Rottweiler Metzgerhund'. Daarna raakte het ras uit de belangstelling. In 1901 waren er
nog maar weinig raszuivere honden
over en er bestond zelfs geen rasstandaard. Door de vraag naar waak- en verdedigingshonden leefde de Rottweiler
weer op. Bovendien bleek hij ook geschikt als reddings- en speurhond. Ze hebben de reputatie fel te zijn, maar ze
zijn eerder onverzettelijk. In ieder geval moeten ze vanwege hun kracht bijzonder goed worden gesocialiseerd. Een
goed opgevoede Rottweiler is vriendelijk, kalm en gehoorzaam. Hij heeft beweging nodig en vooral een baas die zijn
respect afdwingt.
IDEALE RASKENMERKEN
Schofthoogte : reuen 61 tot 68 cm, teven 56 tot 63 cm, met een gewicht van 41 tot 50 kg. Uiterlijk :
compact, krachtig lichaam; stuwend, gemakkelijk gangwerk. Vacht : recht, dik, glad aanliggend, middellang en hard;
korter haar op hoofd en oren; met onderwol. De ondervacht is niet zichtbaar. Kleur : zwart met scherp
afgegrensde mahoniekleurige tot lichtbruine aftekening (brand) boven de ogen, op wangen, snuit, keel, borst en
benen. Langharige exemplaren komen zo nu en dan wel voor, maar zijn zeer ongewenst. Ook een witte borstvlek
is niet gewenst. Hoofd: brede, licht gewelfde schedel met rechte, iets wigvormige snuit; middelgrote,
donkerbruine ogen; wijd geplaatste, rechthoekige, naar voren hangende oren. Staart : kort gecoupeerd.
VACHT :
kort stokhaar, m.a.w. 3 tot 6 cm lange, stevige haren met of zonder ondervacht. VERHARING :
blokverharing. DAGELIJKSE BEHANDELING : met een grove kam en borstel de losse haren verwijderen.
GROTE BEHANDELING : wanneer de vacht verhaart, ziet men tegen de tijd dat de hond gaat verharen kleine
pluisjes wol uitsteken. Dat is het teken
dat de hond echt aan het verharen is. De loszittende ondervacht kan men
met een herdersharkje verwijderen. Enkel wassen indien echt nodig. VOOR- EN NADELEN VAN DE VACHT :
die vergt weinig onderhoud, maar wel veel losse haren in huis.
AARD : de Rottweiler is niet prikkelbaar of twistziek. Hij is trouw, vriendelijk en gewillig.
Zijn kalme uitdrukking suggereert zijn goede humeur en zachtaardigheid. Het ras is buitengewoon geschikt als
gezinshond en als waakhond. De sleutels tot de immer groeiende populariteit van dit ras is zijn instinctieve
gehoorzaamheid, aanhankelijkheid en zijn intelligentie. Het is een moedige, sterke en imponerende hond die
onvoorwaardelijk trouw is aan zijn baas en diens gezin. Hij kan jaloers zijn als de aandacht niet naar hem
gaat en heeft wel de neiging om een éénpersoonshond te zijn. De Rottweiler verdedigt zijn gezin en zijn
terrein tot het uiterste ! |