header People and society worldwidebase

 


 maak van deze website uw startpagina !

WorldwideBase
Alle wwbase pagina's

 

De Belgische politiek

 
   


Welkom op deze informatieve pagina van WorldwideBase, die u hiermee wat wegwijs wil maken in het reilen en zeilen binnen onze staatsstructuur en onze nationale politiek.

 

België als Federale Staat

De Federale Regering

Hiërarchie binnen de Federale Regering

Gewesten en gemeenschappen

De tien provincies

De gemeenten


 

België als Federale Staat


Na de onafhankelijkheid van 1830 is België een eenheidsstaat waar de beslissingsmacht ligt bij een nationaal parlement en een nationale regering. Vier staatshervormingen (1970, 1980, 1988-1989 en 1993) hebben België hertekend tot wat het nu is: een federale structuur die de gewestelijke en de culturele identiteiten met elkaar verzoent.

Het unitaire België van 1830 heeft thans een complexere structuur op drie niveaus in het leven geroepen: het hoogste niveau bestaande uit de federale overheid, de gemeenschappen en de gewesten, dan het middelste niveau met de provincies en ten slotte het laagste niveau met de gemeenten.

Zo bestaat België uit drie gemeenschappen (de Vlaamse Gemeenschap, de Franse Gemeenschap en de Duitstalige Gemeenschap), drie gewesten (het Vlaamse Gewest, het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en het Waalse Gewest), tien provincies (Antwerpen, Vlaams-Brabant, Waals-Brabant, West-Vlaanderen, Oost-Vlaanderen, Henegouwen, Luik, Limburg, Luxemburg, Namen) en vijfhonderd negenentachtig gemeenten.

De beslissingsmacht ligt nu niet meer uitsluitend in handen van de federale regering en het federale parlement. Het land wordt bestuurd door verschillende overheden die autonoom beslissen over de aangelegenheden waarvoor ze zijn aangesteld.
  • De federale overheid blijft bevoegd voor alles wat in het belang van alle Belgen is, los van elke taalkundige, culturele of territoriale overweging, zoals buitenlandse zaken, landsverdediging, justitie, financiën, sociale zekerheid en een groot deel van de volksgezondheid en binnenlandse zaken. Ook alle verantwoordelijkheden van België en van de deelstaten aangaande de Europese Unie en de NAVO zijn een zaak van de federale overheid.
  • De gemeenschappen zijn bevoegd voor de persoonsgebonden aangelegenheden van wie er deel van uitmaakt, zoals taal, cultuur en onderwijs.
  • De gewesten zijn bevoegd voor de territoriale aangelegenheden, zoals ruimtelijke ordening, milieu en tewerkstelling.
  • Terwijl de provincies vroeger onder de voogdij stonden van de federale overheid, hebben ze nu federale, gemeenschaps- en gewestelijke bevoegdheden, maar ze staan wel onder de voogdij van deze respectieve overheden.
  • De gemeenten zijn de overheid die het dichtst bij de burger staat. Zoals de provincies, staan ook zij onder de voogdij van de verschillende overheden.

Binnen de federale Staat wordt de wetgevende macht uitgeoefend door enerzijds het federale Parlement, dat is samengesteld uit twee vergaderingen (de Kamer van Volksvertegenwoordigers en de Senaat), en anderzijds de Regering, met name de Koning en de Ministers. De Koning oefent geen persoonlijke macht uit. Zijn Ministers dragen de volle verantwoordelijkheid door de wetsontwerpen, die door het Parlement werden aangenomen, en de Koninklijke Besluiten mede te ondertekenen.

 

De Federale Regering


De federale regering leidt het centraal bestuur van België. De grondwetsherzieningen van de voorbije kwarteeuw hebben haar heel wat bevoegdheden doen afstaan aan de nieuwe deelstaten van het land. Maar ze is nog steeds bevoegd voor het buitenlands en Europees beleid, defensie, justitie en politie, volksgezondheid, de sociale zekerheid, de belastingen, het macro-economisch beleid en de tewerkstelling, het wetenschapsbeleid, de mobiliteit, de telecommunicatie.

De federale regering telt maximaal 15 ministers. Samen vormen ze de ministerraad waarvan de eerste minister de eerste onder zijn gelijken is. Ministers en eerste minister worden benoemd door de koning en zijn doorgaans vier jaar in functie. Zij moeten verantwoording afleggen aan het Belgisch parlement, dat bestaat uit een Kamer en een Senaat. Zij hebben een eigen kabinet (al is het de bedoeling dat die zullen verdwijnen) en werken samen met de administratie die overeenstemt met hun bevoegdheden. Ministers en regering overleggen ook met de deelstaatregeringen, met politieke partijen, met werkgevers en werknemers, met de media, met allerlei sociale organisaties, met de steden en de gemeenten, het leger, de universiteiten, de overheidsbedrijven enzovoort.

 

Hiërarchie binnen de Federale Regering


De Regeringsleden worden protocollair gerangschikt op basis van bepaalde voorrangsregels waarvan de principes werden vastgelegd bij de beslissing van de Ministerraad van 19 december 1952.

1. Eerste Minister
Het spreekt vanzelf dat in de orde van voorrang de Eerste Minister eerst komt.

2. Vice-Eerste Ministers
Het is de traditie dat de Vice-Eerste Ministers protocollair worden gerangschikt volgens het gewicht van hun politieke partij in de regeringscoalitie, waarbij de eerste Vice-Eerste Minister steeds van de andere taalrol is dan de Eerste Minister.

3. Ministers
De Ministers worden protocollair gerangschikt op basis van volgende criteria :
- eerst komen de gewezen Eerste Ministers, de oudste in anciënniteit eerst ;
- dan komen de Ministers van Staat, de oudste eerst.
- In geval van gelijke anciënniteit als Minister van Staat, de oudste Vice-Eerste Minister eerst.
- In geval van gelijke anciënniteit als Minister van Staat en als Vice-Eerste Minister, de oudste Minister eerst.
- In geval van gelijke anciënniteit als Minister van Staat, als Vice-Eerste Minister en als Minister, de oudste Staatssecretaris eerst.
- In geval van gelijke anciënniteit als Minister van Staat, als Vice-Eerste Minister, als Minister en als Staatssecretaris, de oudste in leeftijd eerst.
- dan komen de gewezen Vice-Eerste Ministers, de oudste eerst.
- In geval van gelijke anciënniteit als Vice-Eerste Minister, de oudste Minister eerst.
- In geval van gelijke anciënniteit als Vice-Eerste Minister en als Minister, de oudste Staatssecretaris eerst.
- In geval van gelijke anciënniteit als Vice-Eerste Minister, als Minister en als Staatssecretaris, de oudste in leeftijd eerst.
- dan komen de gewezen Ministers, de oudste eerst.
- In geval van gelijke anciënniteit als Minister, de oudste Staatssecretaris eerst.
- In geval van gelijke anciënniteit als Minister en als Staatssecretaris, de oudste in leeftijd eerst.
- dan komen diegenen die voor de eerste maal tot Minister worden benoemd.
- Zij worden gerangschikt volgens leeftijd, de oudste eerst.
- In geval van gelijke leeftijd worden zij gerangschikt op basis van de voorrang bepaald in het Copernicus-organogram, volgens de Federale Overheidsdienst of de Programmatorische Overheidsdienst die onder hun gezag staat.

4. Staatssecretarissen
De regels van toepassing op de orde van voorrang van de Ministers gelden uiteraard mutatis mutandis voor de Staatssecretarissen.

 

Gewesten en gemeenschappen


Naast de drie Gewesten telt de federale Staat drie Gemeenschappen. Men gaat daarbij uit van de "taal". We spreken dus over de Vlaamse, de Franse en de Duitstalige Gemeenschap.

Het grondgebied van de Gemeenschappen
De Vlaamse Gemeenschap oefent haar bevoegdheden uit in de Vlaamse provincies en in Brussel; de Franse Gemeenschap in de Waalse provincies, met uitzondering van de Duitstalige gemeenten, en in Brussel; de Duitstalige Gemeenschap in de gemeenten van de provincie Luik die het Duitse taalgebied vormen.

De bevoegdheden van de Gemeenschappen
Aangezien Gemeenschappen gebaseerd zijn op de notie "taal" en taal "aan de persoon gebonden" is, heeft een aantal andere bevoegdheden overduidelijk met die Gemeenschappen te maken. De Gemeenschap is bevoegd voor de cultuur (theater, bibliotheken, audiovisuele media, ...), het onderwijs, het gebruik van talen en de persoonsgebonden aangelegenheden die aan de ene kant het gezondheidsbeleid (de curatieve en preventieve geneeskunde) en aan de andere kant de hulp aan personen (de jeugdbescherming, de sociale bijstand, familiehulp, opvang van immigranten, ...) omvatten. Zij zijn eveneens bevoegd voor het wetenschappelijk onderzoek over hun bevoegdheden en de internationale betrekkingen die met hun bevoegdheden te maken hebben.

Het grondgebied van de Gewesten
Er zijn drie Gewesten. De benaming van de drie gewestelijke instellingen is ontleend aan de naam die hun grondgebied draagt. Vandaar dat we spreken (van noord naar zuid) van het Vlaamse Gewest, het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en het Waalse Gewest.

De bevoegdheden van de Gewesten
Hun bevoegdheden werden uitgebreid in de loop van de verschillende hervormingen. Tijdens de tweede staatshervorming in 1980 hebben het Vlaamse en het Waalse Gewest hun Raad en hun Regering gekregen. Het Brussels Hoofdstedelijk Gewest daarentegen kreeg zijn instellingen pas tijdens de derde staatshervorming in 1988-1989. De bevolking kiest om de vijf jaar rechtstreeks de leden van de Gewestraden.
De Gewesten hebben dus ook wetgevende en uitvoerende organen, die men de Gewestraad en de Gewestregering noemt.
Vergeet ten slotte niet dat in Vlaanderen de Gemeenschaps- en Gewestelijke instellingen zijn samengesmolten. In Vlaanderen heeft men dus één Raad en één Regering.
Gewesten beschikken over bevoegdheden in domeinen die met hun regio of gebied in de ruime zin van het woord te maken hebben.
Zo zijn het Vlaamse Gewest, het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en het Waalse Gewest bevoegd voor economie, werkgelegenheid, landbouw, waterbeleid, huisvesting, openbare werken, energie, vervoer (met uitzondering van de NMBS), leefmilieu, ruimtelijke ordening en stedebouw, modernisering van de landbouw, natuurbehoud, krediet, buitenlandse handel, toezicht over de provincies, de gemeenten en de intercommunales.
Ook zijn zij bevoegd voor het wetenschappelijk onderzoek en de internationale betrekkingen in de voornoemde domeinen.

 

De tien provincies


Sinds de staatshervorming zijn er tien provincies.
Inderdaad, door de laatste staatshervorming werd de provincie Brabant afgeschaft en vervangen door twee nieuwe provincies: Vlaams-Brabant en Waals-Brabant.
Het deel in het Waalse Gewest wordt de provincie Waals-Brabant, het deel in het Vlaamse Gewest wordt de provincie Vlaams-Brabant.
Het grondgebied van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest blijft over en valt buiten de indeling in provincies. De bevoegdheden over de gemeenschapsaangelegenheden die in dat Gewest toebehoorden aan de Provincieraad en de Bestendige Deputatie van de oude provincie Brabant, worden voortaan uitgeoefend door de Vlaamse Gemeenschapscommissie, de Franse Gemeenschapscommissie en de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie.
De bevoegdheden over de gewestelijke of federale aangelegenheden die in dat Gewest toebehoorden aan de Provincieraad en de Bestendige Deputatie van de oude provincie Brabant, worden uitgeoefend door het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.
Deze splitsing is sinds 1 januari 1995 een feit. Sinds die datum valt Brussel niet meer onder het provinciale gezag.

 

De gemeenten


Het bestuursniveau dat het dichtst bij de burger staat is de gemeente.
Bij het ontstaan van de Belgische Staat in 1831 waren er 2739 gemeenten. Sinds de fusie van de gemeenten in 1975 zijn er nog 589 gemeenten.
De gemeenten bestonden reeds vóór de Belgische Staat en ze werden erkend door de Grondwet van 1831. Hun organisatie is bepaald in de wet van 1836. In 1988 verscheen de nieuwe gemeentewet. Van bij het begin van hun oprichting was er sprake van "gemeentelijke autonomie". Dat betekent niet dat de gemeentelijke verkozenen alles mogen doen, maar wel dat ze over een ruime autonomie beschikken in het kader van de bevoegdheden die ze uitoefenen, onder toezicht van de hogere overheden.
Ieder Gewest oefent het toezicht uit op de gemeenten van zijn grondgebied. Het toezicht van de andere overheden, met name de Gemeenschappen en de federale Staat, op de gemeenten, is beperkt tot de terreinen waarvoor de Gemeenschappen en de federale Staat bevoegd zijn.

 

 
   

People and society worldwidebase

© copyright WorldwideBase 2005-2009