De gezondheid
van je kleuter is natuurlijk erg belangrijk. Als je te maken krijgt met
de bekende kinderziekten, kleine kwaaltjes of een ongelukje, wil je
natuurlijk precies weten waar je aan toe bent. Dat gaat zeker op als het
gaat om een ernstige aandoening of handicap.
In onze vorige medisch getinte pagina's bespraken we reeds de meest
voorkomende kinderziekten en kwaaltjes :
Kinderziekten - Kinderkwaaltjes
- Vaccinaties -
Ziekten en Kwaaltjes (bij de
rubriek peuter) .
Op deze pagina gaan we het meer hebben over de gevolgen van een 'ongelukje',
een 'ernstige aandoening' of een 'handicap'.
Waar
kinderen zijn, gebeuren ongelukjes. Misschien is jouw kleuter wel een
enorme durfal die voortdurend de grenzen van zijn eigen kunnen verkent
en nog het liefst van al die grenzen ietwat wil verleggen. Je kunt zelf
al heel veel doen om te voorkomen dat het misgaat. Helaas ben je er niet
altijd bij om een oogje in het zeil te houden. En dan gaat er wel eens
wat mis. En dan .......
Brandwonden
Als je kind
brandwonden heeft, dan is zijn huid beschadigd door droge hitte
(bijvoorbeeld vuur, hete oven of föhn) of door natte hitte (heet water,
stoom of hete olie). Hoe ernstig een brandwonde is, hangt af van de
grootte van de beschadigde plek, de tijd dat de hitte op zijn huid heeft
ingewerkt en de oorzaak van de verbranding. Onderschat brandwonden
niet. Als het om een ernstige verbranding gaat, kan je kind er
blijvend letsel aan overhouden !
Wanneer weet je
hoe erg de brandwonden bij je kind zijn ?
Brandwonden worden over het algemeen ingedeeld in drie groepen:
eerstegraads, tweedegraads en derdegraads brandwonden.
Eerstegraads brandwonden
Wanneer je kind een rode huid heeft en alleen pijn voelt op de verbrande
plek, dan heeft hij eerstegraads verbrandingen. Dit zijn oppervlakkige
verbrandingen, die je meestal zelf kunt behandelen. Bij dit soort
brandwonden is zijn huid niet kapot. Als je kind verbrand is door de
zon, heeft hij in feite al eerstegraads brandwonden.
Tweedegraads brandwonden
Bij
tweedegraads brandwonden zitten er op de rode huid van je kind intacte
of geknapte blaren. Ook hier heeft je kind pijn op de
verbrande plek. Hoewel deze brandwonden vrij ernstig kunnen zijn, kan er
bij kleine verbrandingen binnen twee weken al herstel optreden.
Bij grote tweedegraads brandwonden moet je met je kind naar het
ziekenhuis.
Derdegraads brandwonden
De huid van je kind is bij derdegraads verbrandingen niet rood, maar
witgrijs van kleur. Zijn huid is zo verbrand dat het weefsel is
afgestorven. Wanneer je de verbrande plek aanraakt, doet het geen pijn.
Alleen de omringende randen doen wel erg veel pijn. Bij dit soort
brandwonden moet je kind meteen naar het ziekenhuis.
Hoe kunnen brandwonden bij je kind worden
behandeld ?
Het eerste wat je moet doen als je kind zich heeft verbrand, is het
betreffende lichaamsdeel ongeveer een kwartier onder koud,
stromend water houden. Trek eventuele kledingstukken niet uit.
Gebruik geen koud water bij grote brandwonden op de romp of het gezicht,
want dan bestaat het gevaar op een koudeshock. Dek dit soort wonden in
plaats daarvan af met een speciaal brandwondverband (metalline-verband)
of desnoods een linnen doek. Zo kun je bacteriële infecties voorkomen.
Wanneer een groot deel van de huid van je kindje is verbrand of de
verbrandingen zijn derdegraads, dan moet je altijd meteen met je
kind naar het ziekenhuis. Het kan namelijk voorkomen dat je
kindje door het vocht- en zoutverlies dat met dit soort hevige
brandwonden gepaard gaat, in een shock raakt. Bovendien bestaat er een
risico op infecties.
Als je kind tweedegraads verbrandingen heeft en het verbrande oppervlak
is groter dan de hand van je kind, dan moet je meteen naar het
ziekenhuis. Om infectiegevaar te voorkomen, kun je de wond verbinden met
een steriel verband (deze methode is ook toe te passen bij derdegraads
brandwonden). Gebruik vooral geen zalf of poeder en prik de brandblaren
niet door.
Wanneer er minder dan tien procent (zijn hand is één procent) van de
huid van je kindje is beschadigd door eerstegraads verbrandingen, kun je
de brandwonden zelf behandelen. Dan hoef je dus niet met je kind naar
het ziekenhuis. Nadat je met koud water de pijn hebt verlicht, kun je
verdere irritaties verzachten door een brandwonden-gel op de plek(ken)
aan te brengen. Dit bevordert niet alleen het genezingsproces, maar gaat
ook eventuele littekenvorming tegen.
Ook hier geldt : voorkomen is beter dan genezen
!
Het is natuurlijk het beste om te voorkomen dat je kind in situaties
terechtkomt waarin hij brandwonden kan oplopen. Het is verstandig om je
kind niet alleen thuis te laten, maar hem gewoon mee te nemen als je van
huis moet. Als je kind nog wat kleiner is, kun je hem in de box zetten
wanneer je staat te koken of het eten op tafel zet. Verlies je kind niet
uit het oog wanneer je druk bezig bent. Verder is het aan te raden om
lucifers op een plaats te bewaren, zodat ze buiten het bereik van je
kind liggen. Stop ze bijvoorbeeld in een doos waar hij niet bij kan.
Kort gezegd komt het hierop neer, dat je als ouder werkelijk omtrent dit
delicate punt je verantwoordelijkheid moet nemen en zorgen dat alles wat
met vuur te maken heeft of waaraan je kind zich kan verbranden, zich
sowieso buiten het bereik van je kind bevindt. Extra aandacht
hieromtrent is beslist geen overbodige luxe !
Snij- en schaafwonden
Als je kind
een snijwond of een schaafwond oploopt, komt er bijna altijd bloed uit
de wond lopen. Deze bloedingen ontstaan doordat er een bloedvat wordt
gescheurd of doorgesneden. Uit de ene wond komt meer bloed lopen dan uit
de andere. De sterkte van de bloeding is namelijk afhankelijk van het
type bloedvaten en de grootte van de wond.
Wat zijn kenmerkende
eigenschappen van een snijwond en een schaafwond ?
Schaafwond
Er komt weinig bloed uit de wond.
Uit de wond komt vocht naar buiten.
Snijwond
Er
komt veel bloed uit de wond.
De wondranden zien er ‘netjes’ uit.
Hoe kun je een snij-
of schaafwond het beste behandelen ?
De behandeling van een snij- of schaafwond hangt af van de grootte van
de verwonding bij je kind.
Kleine wonden
Een kleine wond kun je het beste behandelen door deze met leidingwater
en eventueel wat zeep uit te wassen. Kijk hierbij uit dat je niet te
veel in de wond wrijft. Spoel de zeep vervolgens van de wond af met veel
schoon water. Als je hierna een jodiumvrij desinfecteermiddel op de wond
doet, ga je eventuele infecties tegen. Doe tenslotte een verband of een
pleister op de wond, zodat er geen vuil in kan komen.
Met name bij kleine wonden bestaat het gevaar van
tetanus. Wanneer de wond
van je kind is besmet met straatvuil of modder, kunnen er namelijk
tetanusbacteriën in het gewonde deel van zijn huid binnendringen.
Waarschijnlijk is je kind al tegen tetanus ingeënt met het DKTP- of
DTP-vaccin, maar als dit meer dan vijf jaar geleden is, moet hij een
herhalingsinjectie hebben.
Grote wonden
Als je kind een hevig bloedende wond heeft, moet hij meteen naar de
dokter. Je kind loopt bij grote wonden het gevaar om te veel bloed te
verliezen, waardoor hij in het ergste geval in een shock komt of
bewusteloos raakt.
Breng bij een hevig bloedende wond een drukverband aan over het verband
dat je al op de wond hebt aangebracht. Als je geen (druk)verband in huis
hebt, kun je ook schoon materiaal op de wond drukken, zoals een schone
zakdoek. Pas wel op dat je het verband niet te strak aanlegt, want
daardoor kun je het wondweefsel beschadigen.
Verder is het belangrijk dat je hevig bloedende wonden niet uitspoelt of
schoonmaakt. Wanneer je dit wel doet, kunnen virussen en bacteriën de
wond infecteren. Wondkorsten of voorwerpen die in de wond zitten, moet
je gewoon laten zitten, anders kan je kind namelijk opnieuw bloedingen
krijgen. Laat het verwijderen hiervan over aan een dokter.
Ook hier
geldt : voorkomen is beter dan genezen !
Hoewel ieder kind wel eens een snij- of schaafwond oploopt, kun je de
kans daarop natuurlijk wel verkleinen. Zorg er in eerste instantie voor
dat je kind ‘bij’ is met de tetanusinjecties. Als hij dan een keer een
kleine wond oploopt, heeft hij in ieder geval geen kans om besmet te
raken met tetanus. Zorg
er verder voor dat je scherpe voorwerpen, zoals messen en scharen,
zoveel mogelijk uit de buurt van je kind houdt, zodat hij er niet mee
kan spelen.
Vergiftiging
Vergiftigingen komen bij kinderen het meest voor tussen het tweede
en vijfde levensjaar. Een vijfde van alle ongelukken met vergif
gebeurt bij tweejarigen. Het gaat vaak om vergiftigingen door
medicijnen, bleekwater en het eten van giftige bessen of paddestoelen.
Je kind is op deze leeftijd namelijk veel aan het onderzoeken en proeven
en stopt van alles in zijn mond. De meeste gevallen van vergiftigingen
lopen goed af, maar dat wil niet zeggen dat er geen gevaar bestaat.
Hoe weet je
wanneer je kind is vergiftigd ?
De kenmerken van een vergiftiging zijn afhankelijk van het materiaal
waarmee je kind is vergiftigd:
Vergiftiging met medicijnen, alcohol,
tabak en gifplanten
Je kind raakt buiten bewustzijn.
Zonder een direct aanwijsbare reden wordt je kind plotseling ziek.
Vergiftiging met reinigings-, ontkalkings- en bleekmiddelen
De
huid van je kind is rood en hij heeft hevige pijnen.
Je kind heeft problemen met ademhalen en slikken.
Er zitten brandwonden op zijn lippen, tong en gehemelte en er treden
bloedingen op.
Vergiftiging met waspoeder en afwasmiddel
Je
kind heeft pijn in zijn maag en darmen.
Hij kan moeilijk ademhalen.
Er zitten brandwonden op zijn lippen, tong en gehemelte.
Hoe kunnen
vergiftigingen worden behandeld ?
Bel meteen je
huisarts of een ambulance !
Probeer er vervolgens achter te komen waarmee je kind is vergiftigd. Als
je kind bijvoorbeeld is vergiftigd met medicijnen, kun je je huisarts de
verpakking laten zien en hem vertellen hoeveel je kind ervan heeft
ingenomen. In de tussentijd is het verstandig om je kind zelf te
behandelen. De behandeling van een vergiftiging is afhankelijk van het
materiaal dat je kind heeft ingenomen.
Wanneer je kind met medicijnen, alcohol, tabak of gifplanten is
vergiftigd, moet je ten eerste de tabaks- of plantenresten uit de mond
van je kind halen. Laat je kind daarna overgeven. Steek hiervoor je
vinger in zijn keel of geef hem braakwortel. Wanneer je kind heeft
overgegeven, moet je hem veel water laten drinken.
Het is heel belangrijk dat je je kind bij vergiftigingen met reinigings-,
ontkalkings- of bleekmiddelen niet laat overgeven. De giftige stoffen
kunnen op de ‘terugweg’ namelijk net zo veel schade aanrichten als toen
hij het inslikte. Het beste is om je kind slokjes water of melk te
geven. Als de giftige stof op zijn gezicht, handen of in zijn ogen is
gekomen, moet je het wegspoelen met schoon leidingwater.
Bij een vergiftiging met waspoeder of afwasmiddel moet je je kind een
‘ontschuimend’ middel laten innemen. Deze kun je zonder recept bij de
apotheek kopen. Lees eerst goed in de bijsluiter wat de toegestane
hoeveelheid is.
En natuurlijk is
voorkomen hier ook beter dan genezen !
Het beste is natuurlijk om ervoor te zorgen dat je kind zo min mogelijk
risico loopt op vergiftiging. Berg daarom alle medicijnen veilig op in
een medicijnkastje. Plaats het kastje buiten het bereik van je kind.
Zoek veilige plaatsen voor je reinigings-, ontkalkings- en
bleekmiddelen. Verder is het verstandig om giftige producten zoveel
mogelijk met kinderveilige sluitingen aan te schaffen. Opletten
geblazen is hier méér dan de boodschap !!!
Op
kleuterleeftijd is het meestal wel bekend of je kind last heeft van een
aandoening of niet. Zodra het duidelijk is wat je kleuter precies heeft,
kun je beginnen met het nemen van maatregelen om zijn klachten zoveel
mogelijk te verminderen en de kwaliteit van zijn leven en ontwikkeling
te verbeteren. Dat kan betekenen dat hij in het vervolg bepaalde
stoffen of situaties moet vermijden, en dat wordt vanaf nu een
belangrijk aandachtspunt voor u, als ouder !
Bloedarmoede
Bij de term
bloedarmoede denk je waarschijnlijk meteen aan een tekort aan bloed.
Maar dit is niet juist: bij bloedarmoede is er namelijk sprake van een
tekort aan hemoglobine. Dit ijzerhoudende eiwit bindt zich in de
longen aan zuurstofdeeltjes en zorgt voor het transport van zuurstof
naar alle delen van het lichaam. Als je kind bloedarmoede (ook wel
hypochrome anemie genoemd) heeft, betekent het waarschijnlijk dat hij
een tekort aan ijzer in zijn bloed heeft.
Hoe kan het dat je
kind bloedarmoede heeft ?
- IJzertekort in voeding
- Infectie
- Te snel groeien
- Bloedverlies
- Gebrek aan vitamine B12
IJzertekort in voeding
De
belangrijkste oorzaak van bloedarmoede is een ijzertekort in de voeding
van je kind. Hij eet dan waarschijnlijk te weinig ijzerhoudend voedsel,
zoals vlees, eieren, tomaten, enzovoort. Hierdoor is er een gebrek aan
ijzer in zijn bloed ontstaan en wordt de productie van hemoglobine
geremd. Deze vorm van bloedarmoede is gelukkig goed te behandelen.
Infectie
Je kind kan ook bloedarmoede krijgen door een ernstige of steeds
terugkerende infectie. Het is mogelijk dat er dan een vicieuze cirkel
ontstaat: de infectie leidt tot bloedarmoede, waardoor je kind weer
minder weerstand tegen infecties heeft.
Te
snel groeien
Het
kan zijn dat je kind in een bepaalde periode te snel groeit. De kans dat
hij dan last krijgt van bloedarmoede, is groter.
Bloedverlies
Bloedarmoede bij je kind zou ook kunnen ontstaan doordat hij
bloedverlies heeft gehad bij een verwonding. Ook kan hij een erfelijke
stoornis in de bloedstolling hebben (hemofilie).
Gebrek aan vitamine B12
Een minder vaak voorkomende vorm van bloedarmoede wordt veroorzaakt door
een gebrek aan vitamine B12. De aanmaak van rode bloedlichaampjes, die
zuurstof vervoeren, wordt verstoord door een tekort aan vitamine B12.
Daardoor kan je kind erg vermoeid raken en bloedarmoede krijgen.
Hoe weet je
wanneer je kind bloedarmoede heeft ?
Je kind zou bloedarmoede kunnen hebben als je de volgende
symptomen
bij hem herkent:
- Bleke huid (met name onder de vingernagels)
- Bleke lippen
- Vermoeidheid
- Koude handen en voeten
- Duizeligheid
- Kortademigheid
- Minder goed meekunnen op school
- Oorsuizingen
Bedenk wel dat kinderen die er bleek en vermoeid uitzien, niet sowieso
bloedarmoede hoeven te hebben. Het kan namelijk ook zijn dat ze een
aangeboren dikke opperhuid hebben, waar de bloedvaten niet doorheen
schijnen.
Er bestaat een redelijk betrouwbaar testje om vast te stellen of je kind
bloedarmoede heeft. Deze test kun je zelf doen: trek het onderste ooglid
van je kind omlaag en bekijk de binnenkant. Wanneer de kleur bleek is in
plaats van rozerood, dan is de kans groot dat je kind bloedarmoede
heeft.
Stel nooit
zelf de diagnose bloedarmoede, dit kan alleen de dokter doen !
Hoe kan
bloedarmoede worden behandeld ?
Als je kind niet alleen een bleke huid heeft maar daarnaast ook erg
vermoeid is, aan concentratiestoornissen lijdt en een gebrek aan eetlust
heeft, is het verstandig om je huisarts te raadplegen. Misschien denk je
zelf dat het om bloedarmoede gaat, maar alleen een bloedonderzoek kan
dat met zekerheid vaststellen. Het zou kunnen dat je kind nog verder
moet worden onderzocht in het ziekenhuis. Als de arts heeft vastgesteld
dat het om bloedarmoede door ijzergebrek gaat, zal hij ijzer
voorschrijven in de vorm van druppels, siroop of tabletten.
Zelf kun je ook een heleboel doen: geef je kind ijzerhoudende voeding,
zoals vlees, eigeel, vis, donkergroene bladgroenten, peulvruchten,
noten, melk, tomaten en worteltjes. Om ervoor te zorgen dat deze
ijzerhoudende voeding goed wordt opgenomen in het bloed, is het aan te
raden om je kind veel vitamine C te geven. Dat betekent elke dag vers
fruit (frambozen, druiven, bramen, peren, appels) of vers geperste
sinaasappelsap. Het eten van spinazie werd tot voor kort ook aanbevolen
door artsen, maar inmiddels is vastgesteld dat het ijzer in spinazie
niet door het lichaam wordt benut.
Andere ernstige aandoeningen
Naast
bloedarmoede zijn er nog andere mogelijk ernstige aandoeningen, zoals
Coeliakie
-
Eczeem
-
Allergie
en
Hartafwijkingen.
Deze aandoeningen hebben we echter op een
afzonderlijke pagina
besproken.
Onder
handicap verstaan we onder andere doofheid, slechtziendheid,
spraakstoornissen, spasticiteit, downsyndroom, enz. We gaan hier niet
dieper in op de specifieke medische kenmerken van de verschillende
vormen van een handicap, maar geven enkel een leidraad mee voor ouders
die met een dergelijke situatie geconfronteerd worden.
Wanneer je kindje is geboren met een handicap, zul je daar op allerlei
gebieden rekening mee moeten houden. Dat kan het grootbrengen van je
kleine tot een zware taak maken.
Extra aandacht
en
begeleiding
zijn in dit geval de sleutelwoorden, waarmee je meer kunt bereiken dan
je misschien denkt !
Als peuter zullen zijn leeftijdsgenootjes steeds meer technieken onder
de knie krijgen en steeds gevatter uit de hoek komen, en dan valt de
handicap van je peuter misschien extra op. Toch is het belangrijk om je
kind
net zo te behandelen als de andere kleintjes.
Zo voorkom je dat hij zich "anders" en buitengesloten gaat voelen.
Vanaf de kleuterleeftijd heeft jou kind onderhand waarschijnlijk al heel
goed leren omgaan met zijn handicap. Je merkt dat hij allerlei
handigheidjes uitvindt, die hem in staat stellen om volop met zijn
'normale' leeftijdsgenootjes mee te doen. Wanneer het een keertje niet
lukt, ben jij er om hem te troosten en te
wijzen op
alles wat hij wél al kan.
|