Deze
soort komt uit het stroomgebied van de Amazone in Peru, Bolivia en
Guyana en wordt 15 cm. lang. De zijkanten zijn bedekt met
dwarsgelegen, botachtige platen waar uitsteeksels aan vastzitten. De
vis bouwt een nest van plantenbladeren en legt daar de eieren in.
Wanneer hij in een net gevangen wordt, brengt hij kwakende geluiden
voort. De vissen zoeken schuilplaatsen op de bodem en leven van het
voedsel dat ze daar vinden, zoals muggenlarven, wormen, larven van
verschillende soorten insecten en droog voer dat naar de bodem
zinkt. |
|
|
|
|
|
|
|