Deze
zwarte anemoonvis komt veel voor in de Stille en in de Indische
Oceaan en wordt tien cm. lang. Hij is nauw verwant aan de A.
polymnus; deze twee soorten verschillen maar een beetje van mekaar.
Bij de A. polymnus reikt de tweede witte streep van de volwassen vis
niet tot aan de buik, maar is op de rugvin een zadelvormige vlek en
reikt slechts tot aan het middelste deel van de rug. De A. sebae is
gemakkelijk te houden in aquaria, maar heeft veel aandacht nodig. De
meeste anemoonvissen zijn moeilijk van mekaar te onderscheiden,
aangezien de kleuren van de jonge vissen bijna altijd dezelfde zijn.