Deze
vis komt veel voor in de ondergrondse wateren van de kalkstenen
grotten (Cueva Chica) in de provincie San Luis Potosi in Mexico. Hij
is nauw verwant aan de ondersoort Astyanax fasciatus mexicanus,
waarmee hij succesvol gekruist kan worden. Daarom beschouwen sommige
ichtyologen deze vis niet als een aparte soort, maar als een
grotvariant van de A.f.mexicanus.
Wanneer hij in aquaria onder licht gehouden wordt, verandert de
vleesrode kleur van de blinde holenvis in zilver. Hij wordt ongeveer
twaalf cm. lang. De mannetjes zijn kleiner dan de vrouwtjes. Het
water moet hard zijn om de natuurlijke omstandigheden na te bootsen.
De jonge visjes komen uit de eieren met duidelijk zichtbare zwarte
ogen. Maar die worden niet gebruikt om te kijken, groeien niet en
worden langzaam maar zeker kleiner. Na 52 dagen zijn de ogen
volledig afgesloten door een kraakbeenachtig omhulsel dat uit het
oogwit gegroeid is met een dikke laag vet |
|
|
|
|
|
|
|