De
vis komt veel voor in Kameroen en in Nigeria. Hij wordt ongeveer
vijf cm. lang. Het vissenpaar paait in zacht, ietwat zuur water op
een hoopje zand of op planten met fijne bladeren. Het mannetje is
zeer actief en doodt vaak het vrouwtje. Het paaien neemt een aantal
dagen in beslag en levert 100 tot 150 eieren op. Na het paaien
moeten de vissen verwijderd worden. De eieren rijpen zonder
onderbreking; bij een watertemperatuur van ongeveer 25 graden C.
komen ze na veertien dagen uit. Het paaien kan na een week of drie
herhaald worden, nadat de holte in het lichaam van het vrouwtje weer
met eieren is gevuld. De vissen zijn na ongeveer zes maanden
geslachtsrijp.