Deze
vis komt voor in Thailand, het zuidoosten van Borneo en Sumatra,
waar hij te vinden is in kanalen en in snelstromend water. In het
wild kan hij wel 35 cm lang worden. Er werd beschreven dat het
vrouwtje een aanmerkelijk grotere buik heeft dan het mannetje, ook
als de vissen maar 15 cm. lang zijn. Alleen de kleinere, jongere
exemplaren zijn geschikt om in een klein aquarium te houden. De
volwassen exemplaren kunnen beter in aquraria in openbare ruimten
gehouden worden. Deze soort is zeer sterk en omnivoor. De vis is een
goede zwemmer en een sterke springer. Hij zoekt voortdurend naar
voedsel op de bodem, waarbij hij onder stenen kijkt en in het zand
graaft. Af en toe heeft de vis wat extra plantenvoer nodig, anders
zou hij klachten kunnen krijgen die aan voedselgebrek te wijten
zijn. Over de voortplanting is niets bekend. Deze vis brengt af en
toe korte, scherpe geluiden voort. Hij voelt zich thuis tussen
vertegenwoordigers van het verwante geslacht Labeo. |
|
|
|
|
|
|
|