Dit
is de bekendste soort van dit geslacht; de vis komt voor in de
tropische delen van de Atlantische Oceaan en in de Caribische Zee.
In het wild eet hij het liefst de tentakels van de veelborstelige
worm en van zeeanemonen. In gevangenschap went hij vaak aan andere
soorten voer, zoals bevroren wormen of pekelkreeftjes en zelfs
levende wormen. Helaas wennen niet alle exemplaren aan het nieuwe
voer en sommige gaan binnen acht tot tien weken dood. De vis wordt
veel aangeboden op de Amerikaanse markt, maar wordt minder vaak in
Europa ingevoerd.