Deze
groenogige lipvis komt voor aan de kust en in de buurt van de
planten Cystoseira en Zostera. Hij leeft in de kustwateren van de
Middellandse en de Adriatische Zee en van de Atlantische Oceaan op
een diepte vanaf zo'n halve meter. Het mannetje wordt twaalf cm.
lang en het vrouwtje slechts zes cm. In de paaitijd, die duurt van
mei tot augustus, bouwt het mannetje een aantal nesten van de draden
van algen, en dan vooral die van het geslacht Cladophora. Maar als
dat niet voorhanden is, bouwt hij zijn nest ook met elke andere
soort rood, groen of bruin zeewier. Het schotelvormige nest heeft de
omvang van een bord en wordt op de bodem gebouwd. Vrouwtjes met
rijpe eieren zwemmen in scholen rond in de kustwateren en paaien in
de nesten met zowel oude als jonge mannetjes. Wanneer twee
rivaliserende mannetjes elkaar tegenkomen, zwemmen ze recht
tegenover mekaar en zetten hun kieuwdeksels uit, die prachtig
gekleurd zijn en eruitzien als een pauwenoog. |
|
|
|
|
|
|
|