|
Wat is een
gegeneraliseerde angststoornis?
We maken ons allemaal wel eens zorgen. Of het nu om je kinderen gaat,
dat examen waar je al weken lang tegenop ziet, het knobbeltje dat je in
je borst lijkt te voelen; dit zijn hele herkenbare en duidelijke
aanleidingen waar je bezorgd en angstig van kan worden. Op zich hoeft
dit absoluut niet te betekenen dat je aan een angststoornis lijdt.
Mensen met een gegeneraliseerde angststoornis (GAD of GAS) zijn echter
gedurende langere tijd (langer dan 6 maanden) vrijwel voortdurend
angstig en bezorgd over diverse situaties of gebeurtenissen. Ook komt
het vaak voor dat er helemaal geen directe aanleiding voor de angst is.
Toch voelt men zich onrustig, nerveus en heeft men angstige
voorgevoelens over naderend onheil. Het is voor de persoon heel moeilijk
om daar iets aan te doen. Allerlei symptomen kunnen optreden zoals:
rusteloosheid, snel prikkelbaar zijn, slaapstoornissen, spierspanning,
concentratieproblemen, vergeetachtigheid en snel moe zijn.
N.B. Er is alleen sprake van een gegeneraliseerde angststoornis als het
onderwerp van de angst niet beperkt is tot die van een andere stoornis
zoals de angst voor een paniekaanval (paniekstoornis) of de angst om af
te gaan (sociale fobie) etc. Ook moet er sprake zijn van duidelijk
lijden of beperkingen (in sociaal of maatschappelijk opzicht) en mag de
stoornis niet het gevolg zijn van een somatische aandoening of drugs- of
medicijngebruik.
Hoe ontstaat een gegeneraliseerde angststoornis?
Zoals bij de meeste andere angststoornissen is er waarschijnlijk sprake
van een combinatie van factoren. Een aangeboren gevoeligheid, bepaalde
karaktereigenschappen, psychosociale factoren en eventueel traumatische
ervaringen.
Hoe ga je er mee om?
Voor veel mensen is het heel moeilijk om zelf een weg uit de angsten te
vinden. Het is dan belangrijk een huisarts te raadplegen. De huisarts
zal je in de meeste gevallen waarschijnlijk doorverwijzen naar de
R.I.A.G.G. of een psycholoog. Daar zal worden bekeken wat de beste
behandelmethode is. In de praktijk blijkt dat een combinatie van
medicatie (antidepressiva) en psychotherapie het beste werkt. Soms wordt
in de beginfase een benzodiazepine (kalmerend middel) voorgeschreven
omdat de werking van een antidepressivum pas na een aantal weken
intreedt. |
|
|
|
|
|