De
paradijsvis komt voor in de wateren in Korea, China, Zuid-Vietnam en
Taiwan. Het mannetje wordt negen cm. lang. Een watertemperatuur van
15 tot 20 graden C. is voldoende, maar voor het kweken moet het
water wel warmer zijn (20 tot 24 graden C.). De paradijsvis is een
agressieve soort die niet geschikt is voor een aquarium met andere
soorten. Aquariumhouders gebruuikten stevige exemplaren om planaria
(platwormen) in het aquarium uit te roeien. Sinds 1940 is een
roodogige albinovorm bekend. Hoewel deze vis er aantrekkelijk
uitziet, is hij onder aquariumhouders nooit populair geweest. Het is
verstandig de vissen vlak voor het paaien veel voer te geven. Het
mannetje bouwt het nest van schuim gedurende een aantal uren of
dagen, afhankelijk van de bereidwilligheid van het vrouwtje op te
paaien. Terwijl hij aan het nest werkt, jaar hij het vrouwtje
voortdurend weg, maar wanneer hij klaar is met zijn wek, lokt hij
haar onder het nest. |
|
|
|
|
|
|
|