Deze
geelbruine discusvis, afkomstig uit de wateren in Brazilië, wordt
twaalf tot vijftien cm. lang. In gevangenschap is hij moeilijk te
kweken. Zowel voor de jongen als voor de volwassen exemplaren gelden
strenge eisen als het gaat om de samenstelling van het water, het
voedsel en de overige vissen in het aquarium. Het is het
verstandigst deze soort alleen in een aquarium te houden. Vaak
lijden deze vissen aan ziekten die moeilijk te genezen zijn. De
jongen hebben tot het moment waarop ze geslachtsrijp zijn veel
aandacht nodig. De eerste dagen nadat ze uit de eieren zijn gekomen,
eten ze een afscheiding van de huid die door de ouders wordt
geproduceerd. Pas later eten ze het normale fijngewreven voer.
Wanneer de ouders die huidafscheiding niet bijtijds produceren,
zullen de jongen sterven. Er is enig succes geboekt met het gebruik
van alternatief voedsel, maar dat is moeilijk, ingewikkeld en kost
heel veel tijd. |
|
|
|
|
|
|
|