De
Chinese danio is vooral populair bij beginners en komt uit de
wateren van het Witte-Wolkengebergte bij Quangzhou (Kanton) en uit
de buurt van Hongkong. Hij wordt ongeveer vier cm. lang. Het
verschil tussen zijn kleuren in het wild en in gevangenschap is
enorm. Wanneer hij geleidelijk acclimatiseert, kan de Chinese danio
in de winter temperaturen van vijf graden C. verdragen. Voor het
paaien dient het water echter een temperatuur van 20 tot 22 graden
C. te hebben. De vis is omnivoor en kan in water van allerlei
soorten samenstelling leven. Het paaien geschiedt op dichtbebladerde
aquariumplanten. Het paaiende koppel eet de eieren of de jonge
vissen niet op, dus kunnen de jongen bij hun ouders in het aquarium
blijven. De eieren komen na 48-56 uur uit bij een temperatuur van
22-25 graden C. De jongen blijven dan aan de planten hangen totdat
ze na een drietal dagen beginnen te zwemmen. Aanvankelijk zwemmen ze
in scholen, vlak bij het wateroppervlak. U kunt ze het best droog of
gekruimeld voer geven, of zeer fijngewreven voer, dat ze van het
wateroppervlak eten. Ook exemplaren met een goudgekleurde rug of
mutanten met een sluierstaart worden in het aquarium gehouden.
|
|
|
|
|
|
|
|