Deze
soort behoort tot de familie van de Serranidae en komt voor in de
Stille Oceaan en de Indische Oceaan tot bij Zuid-Afrika en de Rode
Zee. Hij wordt één meter dertig lang en is een goed verhandelbare
vis. Hij heeft een zeer afwisselende basiskleur : van bijna zwart
tot blauwachtig grijs, oranje, bruin tot glanzend rood. De
exemplaren met een lichtere kleur hebben hier en daar donkere
vlekken op de bovenste helft van hun lichaam. Het hele lichaam is
bedekt met kleine, witblauwe, oplichtende stippen (paars bij het
exemplaar in de Rode Zee). Het achterste deel van de vinnen van de
jonge vissen is geel; dat wordt blauw als de vissen ouder worden. De
staartvinnen zijn halvemaanvormig. Ze verstoppen zich graag in
rotsachtige holen en tussen koralen en worden achternagejaagd door
andere vissen. |
|
|
|
|
|
|
|