Aantrekkingskracht was een
mysterie totdat de Engelse arts William Gilbert zijn experimenten
startte. Hij beschreef de resultaten in 1600. Zijn boek over de
magneet was de eerste stap in de richting van de moderne
elektromagnetische theorie en bevatte vele waarnemingen over de
aantrekkingskracht van de aarde. Gilbert stelde vast dat
kompasnaalden naar het noorden wijzen omdat de aarde een gigantische
magneet is waarvan de zuid- en noordpool ongeveer overeenkomen met
de geografische zuid- en noordpool. In een eeuw die het zonder
Newtons zwaartekrachttheorie moest stellen, was Gilbert niet de
enige wetenschapper die dacht dat het gehele universum bijeen werd
gehouden door magnetische aantrekkingskracht.