Isaac Newton ontdekt de
lijm die het heelal bij elkaar houdt ....
Toen
Isaac Newton nog maar drie jaar oud was, stierf zijn vader en
trouwde zijn moeder opnieuw. Ze ging in een naburig dorp wonen en liet
hem achter bij zijn oma. Isaac was niet gelukkig. Hij zat vaak in de
boomgaard achter zijn huis, Woolsthorpe Manor in Lincolnshire, met een
smeulende haat voor zijn stiefvader. In 1653, toen Isaac tien was, kwam
zijn moeder terug. Ze wilde dat hij zich nuttig maakte, maar hij wilde
alleen lezen. Uiteindelijk stuurde ze hem naar school. Isaac leerde niet
veel op school behalve Latijn, de taal van de wetenschap. Deze taal kwam
goed van pas toen hij naar de universiteit van Cambridge ging. Er was
zoveel te lezen. Het officiële onderwijs was ouderwets, maar Newton
bracht zichzelf de nieuwe wetenschap van Galileo, Descartes en anderen
bij. 'Plato is mijn vriend, Aristoteles is mijn vriend, maar mijn beste
vriend is de waarheid', zo schreef hij in zijn aantekenboek.
Hij was net afgestudeerd toen de pest in 1665 uitbrak, waardoor iedereen
Cambridge moest verlaten. Newton keerde terug naar Woolsthorpe. De
boomgaard was er nog, en Newton ging er weer zitten, nu vol met
wetenschappelijke vragen. Een vraag was 'wat houdt de planeten in hun
baan ?'. Terwijl Newton te midden van de oude bomen hierover nadacht,
met hemellichamen zoals de maan voor in zijn gedachten, viel er een
appel. Alleen een genie als Newton kon het verband zien. De maan bleef
om de aarde cirkelen omdat ze, net als de appel, aan het vallen was. De
zwaartekracht zorgde ervoor dat de maan naar de aarde afboog in plaats
van een rechte lijn te volgen. Op dezelfde manier zouden de planeten om
de zon kunnen cirkelen.
Newton liet zien dat de zwaartekracht evenredig met het kwadraat van de
afstand zwakker werd. Dus op een planeet die twee keer zo ver van de zon
verwijderd is als een andere, werkt slechts een vierde van de kracht,
als ze drie keer zo ver weg is, zal de kracht een negende zijn,
enzovoort. Andere mensen hadden dit gezegd, maar Newton ging verder. Met
de hulp van de krachtige nieuwe wiskunde die hij had uitgevonden en zijn
bewegingswetten bewees hij dat de zwaartekracht de banen van alle
planeten kon verklaren. Deze kracht was als het ware de lijm die het
heelal bij elkaar hield. In 1687 publiceerde Newton zijn boek
Philosophiae Naturalis Principia Mathematica, meestal afgekort tot
Principia. Hierin beschreef hij zijn drie bewegingswetten, dien ten
grondslag liggen aan de manier waarop voorwerpen bewegen, en zijn
theorie van zwaartekracht en het heelal. Maar zijn persoonlijke wereld
was niet zo goed geordend. Vlak voor de publicatie beschuldigde een
andere wetenschapper, Robert Hooke, Newton van het stelen van zijn
ideeën. Newton heeft hem dit nooit vergeven. Zoals hij de man die zijn
moeder meenam haatte, verachtte hij nu de rivaal die hem zijn roem wilde
afnemen. |