Katoen is de vezel die aan de
zaden van de katoenplant vastzit. Het kan pas gebruikt worden als de
zaden zijn verwijderd. In 1793 vond de Amerikaanse ingenieur Eli
Whitney de eerste machine uit om zaden te verwijderen : de
katoenzuiveringsmachine. Een draaiende cilinder met rijen haken liet
het katoen door een kam bewegen die de zaden eruit haalde. De
machine was zo succesvol dat de Verenigde Staten de belangrijkste
katoenproducent ter wereld werd en andere landen zoals Egypte en
India inhaalde. Desondanks heeft Whitney er persoonlijk weinig aan
verdiend.