|
Ongeveer
5.500 jaar voor Christus
Tegen 5.000 voor Christus was
mandvlechten en kleding maken ingeburgerd. Vermoedelijk ontdekte men
eerst het mandvlechten, want dat is gemakkelijker dan weven. Er was
geen weefgetouw voor nodig en de makers konden onbewerkte
plantenstengels gebruiken, zonder er eerst draden van te hoeven
maken. In China werden manden gemaakt van bamboe, in het
Midden-Oosten van vlas en stro en in Europa van wilgentakken. Met
hetzelfde materiaal weefde men ook matten.
|
|
|
|
|
|