Ongeveer 40.000 jaar voor Christus
De vroege mens
maakte volop gebruik van zijn omgeving, bijvoorbeeld van rotsen
waaruit hij gereedschap maakte en mineralen aan onttrok. Na verloop
van tijd waren de goede rotsen aan de oppervlakte uitgeput en
moesten de mensen dieper graven. De eerste mijnen waren ondiep, maar
geleidelijk aan werd er dieper en dieper gegraven. Eén van de
mineralen waarnaar ze op zoek waren was rode oker, dat gebruikt werd
als pigment voor rituele doeleinden en voor rotsschilderingen. De
oudste ondergrondse mijn die wij kennen, werd gebruikt voor het
verzamelen van oker. Hij ligt in Swaziland bij de Bomvu Ridge in
Afrika.